Hoge Raad: Belangrijke uitspraak over box 3

Belangrijke uitspraak Hoge Raad over box 3: Wat betekent dit voor belastingplichtigen?

Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad een cruciale uitspraak gedaan in vijf zaken die betrekking hebben op de Wet rechtsherstel box 3. Laten we in detail bekijken wat dit betekent.

Het Kerstarrest

In december 2021 oordeelde de Hoge Raad in het zogenoemde ‘Kerstarrest’ dat het systeem van forfaitaire vermogensrendementsheffing in box 3 discriminerend was. Volgens de Hoge Raad was dit in strijd met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Als reactie hierop paste de overheid het systeem aan met de Wet rechtsherstel box 3. Momenteel wordt rechtsherstel verleend op basis van de forfaitaire spaarvariant, waarbij de daadwerkelijke samenstelling van het box 3-vermogen als uitgangspunt wordt genomen, waarop fictieve rendementen worden toegepast.

Nieuw oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad heeft nu bepaald dat voor de categorie ‘overige bezittingen’ (zoals vastgoed, aandelen en beleggingen) het rechtsherstel onvoldoende is als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Dit geldt ook voor de Overbruggingswet box 3, die op 1 januari 2023 in werking trad. Onder werkelijk rendement valt het gehele vermogen, inclusief banktegoeden en inflatiewinst. Dit betekent dat gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen meegenomen moeten worden in de berekening. Kosten, behalve rente op schulden, mogen niet in rekening worden gebracht. Belastingplichtigen moeten zelf aantonen dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement.

Reactie van staatssecretaris Van Rij

Staatssecretaris Van Rij heeft aangegeven dat deze uitspraak van de Hoge Raad aanzienlijke budgettaire gevolgen heeft en een grote impact op de uitvoering door de Belastingdienst. Het bestuderen van de uitspraak en de gevolgen zal ongeveer acht weken duren. In de tussentijd hoeven belastingplichtigen geen actie te ondernemen. Zodra er meer duidelijkheid is, zal de Belastingdienst de betrokken belastingplichtigen informeren. De belastingplichtigen voor wie de uitspraak gevolgen heeft, zullen eerst een brief van de Belastingdienst ontvangen.

Deze recente uitspraak benadrukt dat de box 3-heffing nog steeds discriminerend is. Staatssecretaris Van Rij verwacht circa acht weken nodig te hebben om de volledige impact van deze uitspraken te analyseren. In de tussentijd hoeven belastingplichtigen geen actie te ondernemen en zullen zij geïnformeerd worden zodra er meer duidelijkheid is.